Spelregelwijzigingen per 1 september 2017
Acht wissels in het gehele wedstrijdkorfbal
Vanaf 1 september 2017 is het in alle klassen van het top- en wedstrijdkorfbal in zowel de gemengde als de dameskorfbal- competitie toegestaan om zonder goedkeuring van de scheidsrechter acht spelers te vervangen. Het is eveneens toegestaan om een reeds eerder vervangen speler opnieuw aan het spel te laten deelnemen mits dit binnen de acht toegestane wissels valt.
Toelichting a.:
Het Bondsbestuur heeft in een bestuursbesluit vastgesteld dat in alle competitiewedstrijden in het top- en wedstrijdkorfbal in zowel de gemengde als de dameskorfbalcompetitie, met inbegrip van alle play-off- en beslissingswedstrijden het is toegestaan om een vervangen speler opnieuw aan het spel te laten deelnemen. Er is dan wederom sprake van een spelerswisseling. Elke speler kan binnen de acht toegestane vervangingen onbeperkt worden vervangen of gewisseld. Het vervangen van een speler en het weer laten deelnemen aan het spel van een speler is alleen mogelijk bij een spelonderbreking, dus na een fluitsignaal van de scheidsrechter. Een speler die wordt vervangen mag op het moment van vervanging niet direct in het andere vak terug gewisseld worden. Voor een weggezonden of een geblesseerde speler en de vervanging daarvan is het bepaalde in § 2.1 onder c van de Officiële Spelregels van toepassing, met dien verstande dat het om maximaal acht spelersvervangingen gaat. Spelers die voor een weggezonden of een geblesseerde speler worden ingebracht nadat de acht vervangingen plaats hebben gevonden, mogen niet eerder aan het spel hebben deelgenomen.
b. Duur van de time out
Vanaf het moment dat de scheidsrechter een time-out heeft toegestaan geeft de scheidsrechter niet na 45 seconden maar na 50 seconden een fluitsignaal dat beide ploegen zich weer dienen op te stellen om ervoor te zorgen dat de wedstrijd na maximaal 60 seconden kan worden hervat.
Toelichting op b.:
De reden van deze wijziging is dat bij experimenten is gebleken dat 15 seconden te lang is voor de spelers om zich weer op te stellen. Door deze wijziging hebben coaches iets langer de tijd om functionele aanwijzingen te geven
c. De aanvoerder
De aanvoerder kan gedurende de hele wedstrijd in functie blijven en hoeft deze taak niet meer over te dragen als hij niet meer aan het spel deelneemt. De aanvoerder moet altijd als speler starten bij aanvang van de wedstrijd.
Toelichting op c.:
Sommige bestaande competitiereglementen staan al toe dat een aanvoerder de gehele wedstrijd aanvoerder blijft, ook al is hij/zij gewisseld. Deze wijziging stelt dat de aanvoerder altijd in het veld moet beginnen. De aanvoerder is in functie gedurende de gehele wedstrijd; hij hoeft deze taak dus niet meer over te dragen als hij niet meer aan het spel deelneemt.
d. Nemen van de strafworp
Bij een strafworp moet een poging tot het maken van een doelpunt gedaan worden. Omdat de speler die de strafworp neemt moet schieten, wordt de bal die de handen van de speler verlaat gezien als een doelpoging. Als de bal die de handen verlaat niet richting de korf gaat, bij voorbeeld als de nemer eerst met de bal op de grond stuitert, wordt dit gezien als een overtreding van deze regel omdat de regel gebiedt dat de nemer richting de korf moet schieten. Overtreding van deze regel heeft tot gevolg dat de verdediging een spelhervatting krijgt. De huidige regels staan het ook toe dat spelers het strafworpgebied betreden als de bal de handen van de nemer verlaten heeft.
Toelichting op d.:
Deze verandering is nodig omdat het veelvuldig voorkomt dat de nemer van de strafworp eerst met de bal stuitert na het fluitsignaal. De bal zou dan de handen hebben verlaten waardoor een tegenstander in mag lopen en een doelpoging onmogelijk kan maken. Deze wijziging houdt in dat als de bal de handen verlaat, de bal richting korf moet gaan (een doelpoging) als de bal niet richting korf gaat is het een overtreding. (een stuit of een worp naar een medespeler na het fluitsignaal overtreedt deze regel).
e. Scherpe voorwerpen
Al jaren zijn scherpe voorwerpen in het veld niet toegestaan omdat deze tijdens het spel gevaar kunnen opleveren. Daaraan is nu specifiek toegevoegd dat ook scherpe nagels daaronder vallen. De scheidsrechter zal controleren dat aan de voorwaarden gesteld in de tweede paragraaf van §1.6 wordt voldaan.
Toelichting op e.:
Scherpe voorwerpen, zoals scherpe nagels, brillen zonder montuur, armbanden, halskettingen, oorbellen, polshorloges en ringen, zijn niet toegestaan. Deze moeten worden verwijderd of in die mate afgeplakt, dat ze niet langer enig gevaar kunnen veroorzaken (zie ook § 2.3 h). Omdat in onze sport in tegenstelling tot andere balsporten die met de handen gespeeld wordt, is het noodzakelijk dat in de huidige spelregels scherpe nagels of een definitie daarvan genoemd worden. De scheidsrechter moet controleren op gevaarlijke voorwerpen. Dit gebeurt meestal, maar wordt nu verplicht gesteld. Nagels moeten kortgeknipt en glad zijn.
f. De uitworp
In wedstrijden waar zuivere speeltijd niet wordt toegepast is het mogelijk voor het team dat de uitworp neemt om het spel te vertragen. Hett recht, om na een tegendoelpunt de bal uit te nemen, kunnen zij kwijtraken als zij worden bestraft voor regel § 3.6 g (vertragen van het spel). Het andere team krijgt dan een spelhervatting.
Toelichting op f.:
In wedstrijden waar niet met zuivere speeltijd wordt gespeeld vertragen teams die de uitworp moeten nemen vaak het spel zonder dat zij daarvoor bestraft kunnen worden (behalve met een gele kaart) omdat de regels expliciet stellen dan het team dat een tegendoelpunt krijgt de uitworp moet nemen. Door deze kleine wijziging wordt de regel omtrent vertragen van het spel consistenter met andere mogelijkheden voor het hervatten van het spel zoals een spelhervatting en vrije worp.